Stagebeleid bij de provincie
Mike de Ruiter
 
Redactioneel artikel
 
Jonne Klaver
 

Voorvechter: Jonne Klaver

Is er vanuit de organisatie behoefte aan stagiairs?
“Ja, dat denk ik wel. Vooral een ouderejaars stagiair kan een aanzienlijke bijdrage leveren aan het werk van een bureau of afdeling. En ook opdrachten die binnen een bureau steeds blijven liggen maar wel van belang zijn, kunnen tot één opdracht leiden waar een stagiair een half jaar aan werkt. En aan HBO- en WO-afstudeerders kan zelfs gevraagd worden om voor een beleidsafdeling (wetenschappelijk) onderzoek te doen. Met als resultaat een bijdrage aan de ontwikkeling van beleid. Er zijn natuurlijk nog veel meer voorbeelden te bedenken. De stages verschillen in intensiteit en niveau maar voor alle stages geldt dat ze een gemene deler hebben. Wat organisatie en student ervoor terugkrijgen, hangt sterk af van de energie die je stopt in het vinden van de juiste ‘match’ tussen student en organisatie.”

Wat krijgen student en organisatie er dan voor terug?
“In het gunstigste geval dient het zowel een persoonlijk en een maatschappelijk belang als een organisatiebelang. Wanneer stagiairs het gevoel hebben dat hun werk er toe doet voor de

organisatie, ervaren zij dit als betekenisvol en waardevol. En voor de organisatie is het ook gunstig: een stagiair brengt nieuwe kennis mee, heeft een frisse blik en kan vaak veel werk verzetten. Overigens kijken we scherp naar de toegevoegde waarde van iemand. Vooral studenten op HBO- en WO-niveau moeten simpelweg aantonen wat hun onderzoek/werk bijdraagt aan onze doelen en hoe dit te combineren is met de doelstellingen die zijn meegegeven vanuit de studie.”

Gaat het dan niet om maatschappelijk belang?
“Zeker wel! Ook wanneer een stagiair bijdraagt aan het organisatiebelang dienen wij, als publieke organisatie, het maatschappelijk belang door een student praktijkervaring op te laten doen. Het mes snijdt aan twee kanten.”
En soms gaat het maatschappelijk belang boven het organisatiebelang. “Er zijn ook groepen waarvan wij zeggen, die helpen we. Het gaat hier vooral om het laagste niveau van de MBO-opleidingen (niveau 2, 3). Studenten kunnen meedraaien voor korte snuffelstages van een paar weken tot maximaal 3 ½ maand.”

Wat is de relatie met de arbeidsmarkt?
“De arbeidsmarkt wordt steeds krapper, waarbij vooral de vraag naar jong talent sterk toeneemt. Deze ontwikkelingen vallen samen met een sterke vergrijzing van ons personeelsbestand. Dus verdient de arbeidsmarkt onze aandacht in de komende jaren. Een belangrijke aansluiting vinden we via stagebeleid, omdat we daarmee in direct contact met potentiële toekomstige medewerkers komen. En een actief stagebeleid heeft een brede uitstraling, namelijk een zeer positief effect op het werkgeversimago.”

Wie bij PPO is verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid?
“Dat zijn de HR-adviseurs die samen met leidinggevenden organisatievraagstukken naar een stageopdracht vertalen. Bij hen kan iedereen terecht met vragen over stagebeleid. Lilian Wiegant, onze senior adviseur mobiliteit en ontwikkeling, heeft contact met de onderwijsinstellingen. Vanessa de Bruin zorgt er met haar team voor dat de aanvraag van een bureauhoofd voor een nieuwe stageopdracht in goede banen wordt geleid.”